Dit bieden wij
Onderwijs leerjaar 1 en 2
De jongste kinderen werken volgens het 'ritmisch weekplan'. Ze leren om te werken, te spelen, te spreken en te vieren.
Onderwijs leerjaar 3 t/m 8
In alle stamgroepen wordt gewerkt volgens 'het ritmisch weekplan'. Hierbinnen komen de vier basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering terug. Deze vier activiteiten wisselen elkaar af, omdat kinderen beter functioneren als er afwisseling is tussen verschillende soorten activiteiten, tussen inspanning en ontspanning en tussen groepswerk en individueel werk. Binnen het ritmische weekplan leren de kinderen doelgericht plannen en handelen. Verder zijn binnen de ritmische weekplannen de leergebieden, zoals beschreven in de kerndoelen voor het basisonderwijs.
Gesprek is een belangrijke basisactiviteit binnen het ritmische weekplan. Uitgangspunt van gesprek is dat kinderen in verschillende situaties en op verschillende momenten van de dag de gelegenheid krijgen uiting te geven aan gevoelens en ervaringen. De kring is daarvoor de meest gebruikte organisatievorm, omdat iedere plek in een kring even belangrijk is. Bovendien kun je elkaar in een kring goed aankijken. Een kringgesprek staat iet op zichzelf. Er bestaat altijd een koppeling met één van de leergebieden De stamgroepleider kan een gesprek leiden, maar ook een kind kan gespreksleider zijn.
Kinderen leren inhoudelijk veel van de kringen. Spelen is essentieel voor een goede en brede ontwikkeling van kinderen. Het element spel in het Jenaplanonderwijs is vooral bedoeld als oriëntatie op de wereld. Door samen te spelen, leren kinderen rekening met elkaar te houden, brengen ze spelenderwijs problemen tot een oplossing, leren ze zich emotioneel te uiten en leren ze tegelijkertijd met hun emoties om te gaan. Ook kunstzinnige vorming (beeldende, muzikale en dramatische vorming), bewegingsonderwijs en sportactiviteiten vallen onder spel. Tot slot refereren wij aan de schoolkampen. Deze hebben meestal een wereld oriënterend thema. Het element spel komt ook bij de inhoud van de schoolkampen nadrukkelijk aan de orde.
Gediplomeerde specialisten
- Intern begeleider
- Rekenspecialist
- Specialist meer- en hoogbegaafdheid
- Taalspecialist
- Leesspecialist
- Jonge kind specialist
- Muziekspecialist
- Globespecialist
De stamgroepleiders geven in de groep extra hulp aan de leerlingen die dat nodig hebben. In sommige gevallen wordt hij/zij hierbij ondersteund door een onderwijsassistent of leerkrachtondersteuner. De organisatie in de groepen is zo ingericht dat de kinderen na instructie zelfstandig aan het werk kunnen. Deze organisatie is weggeschreven in groepsplannen. De leerkracht heeft hierdoor tijd om extra instructie te geven aan leerlingen die dat nodig hebben. Zo houdt de leerkracht zicht op de vorderingen van alle leerlingen.
Wanneer blijkt dat een leerling een aparte leerlijn moet gaan volgen om zijn/haar ontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen wordt dit door de leerkracht besproken met de intern begeleider en ouders. Deze leerlijn kan hoger of lager liggen dan de groep. Samen met ouders wordt het plan voor de leerlijn opgesteld en wordt er besproken welke consequenties dit heeft voor o.a. de uitstroom naar het voortgezet onderwijs. Dit plan wordt verwerkt in een ontwikkelingsperspectief (OPP) en wordt door ouders en school ondertekend.